De blauwe bes
De blauwe bessenplanten zijn overblijvende, bladverliezende struiken. Ze bloeien, geven eens per jaar fruit en verliezen hun bladeren in de herfst. 12 maanden na de planting gaan ze vrucht dragen en groeien ze uit tot struiken van wel 3 meter hoogte.
De planten worden teruggesnoeid tot 1,5 à 2 meter om het plukken te vergemakkelijken. Blauwe bessenplanten hebben in de winter een poosje koud weer nodig om een goede bloesemknop te ontwikkelen. In de lente zorgen bijen en hommels voor de bestuiving. De blauwe bes is een heidegrondplant en groeit het beste op luchtige, humusrijke, enigszins vochtige en zure zandgronden. 60 tot 120 dagen nadat de struiken volledig in bloei staan rijpen de blauwe bessen in trossen.
Over het algemeen worden de bessen met de hand geplukt omdat ze erg kwetsbaar zijn. Machinaal plukken is echter sterk in opkomst omdat de techniek hiervoor zich steeds beter ontwikkeld.
Beschikbaarheid:
Nederlandse blauwe bessen zijn verkrijgbaar van april t/m november:
♦ in april en mei uit verwarmde kassen
♦ in mei en juni uit plastic tunnels
♦ van eind juni tot half september vanaf het land
♦ van eind september tot half november uit bewaarruimten.
De rest van het jaar zijn in Nederland bessen uit landen als Chili, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland verkrijgbaar.